Beleidsprioriteiten

Nederland staat aan de vooravond van grote veranderingen. Vrijwel alle grote maatschappelijke vraagstukken staan de komende jaren op de beleidsagenda van de stichting. Met name klimaatverandering, woningbouw, natuur-inclusieve landbouw, natuurontwikkeling, biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, duurzaam opgewekte energie, water en recreatie staan daarbij centraal. Deze ontwikkelingen zullen een forse impact hebben op het landgoed en zijn omgeving. Het bestuur van de stichting stelt in de komende beleidsperiode (tot en met 2025) de volgende 4 prioriteiten.

Versterken organisatie en beheer

Het beheer wordt steeds complexer. Daarbij komt dat de hieronder aangegeven beleidsambities de komende jaren veel van de organisatie van de stichting zullen vragen. Om deze reden is eind 2021 een assistent-rentmeester aan de organisatie toegevoegd naast de rentmeester en de beheerder. Voor toekomstige projecten zal worden bekeken of deze in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd dan wel of er externe professionals bij zullen worden betrokken.

De Stichting voert een actief risicomanagement dat erop gericht is om relevante risico’s te identificeren, te meten, te beheersen en te bewaken. Het bestuur toetst periodiek de procedures die zij in het kader van het risicomanagement hanteert en past deze toe als daartoe aanleiding is.

Veiligstellen en versterken ruimtelijke kwaliteit op en rond het landgoed

De stichting richt zich niet alleen op het landgoed zelf, maar ook op de omgeving: de Linschoterwaard. De ontwikkelingen in de Linschoterwaard worden nauwgezet gevolgd en waar mogelijk zet de stichting zich in om de ruimtelijke kwaliteit van de Linschoterwaard (als “Hart van het groene Hart”) veilig te stellen dan wel te versterken. Met name de ontwikkelingen rond de geplande windmolens in Oudewater, de bedrijventerreinen in Woerden en Oudewater en het veiligstellen van het landgoed met zijn unieke zichtassen springen in het oog.

Onze ambitie is om een 3e ring aan het landgoed toe te voegen: buiten de binnenste ring (Huis en parkbos) en middelste ring (landschap binnen de Haargracht) willen we een open, natuurvriendelijk agrarisch landschap realiseren met robuuste buffers van opgaande bossen, rietkragen en elzenbossen. We denken daarbij aan de randen aan de kant van het landgoed tegen de kernen Woerden (ten zuiden van de A12), polder Rapijnen, Montfoort, Linschoten (Oostkant) en Oudewater (Schrale en Tappersheul). Deze 3e ring moet het landelijk gebied cq het landgoed ‘beleefbaar’ maken. De landschapselementen van deze ring hebben meerdere functies: het bevorderen van de biodiversiteit, waterberging, (extensieve) recreatie zoals wandelpaden en het tegengaan van verdere stedelijke uitbreiding aan de kant van het landgoed (bufferzone).

Versterken duurzaamheid en bevorderen biodiversiteit

Landbouw is de belangrijkste economische drager onder het landgoed en is sterk beeldbepalend. Samen met de pachters wil de stichting onderzoeken hoe de stichting een bijdrage kan leveren om de gewenste landbouwtransitie vorm te geven: een gesloten, natuur-inclusief systeem om daarmee de biodiversiteit (flora en fauna zoals weidevogels) te bevorderen, bodemdaling en verdroging tegen te gaan, de bodemvruchtbaarheid te verbeteren en daarbij een duurzaam verdienmodel mogelijk te maken. Ook wil de stichting onderzoeken of er een alternatieve ontsluiting is voor de bedrijven zodat de dijken worden ontlast van het zware verkeer.

Het is essentieel om de biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid te bevorderen. Daarbij zal moeten worden bepaald welke soorten flora en fauna op welke plaatsen kunnen worden gestimuleerd. Het beleid is om de natuurkernen (bossen en De Schrale) de ruimte te geven en ecologische verbindingszones aan te leggen tussen deze kernen.

Om verdroging tegen te gaan zal in het kader van het restauratieplan van het parkbos, het natuur- en landbouwbeleid een waterhuishoudingsplan worden gemaakt.

De gebouwen in eigendom van de stichting zullen waar mogelijk en wenselijk worden verduurzaamd.

De komende jaren zal inzichtelijk worden gemaakt welke energiebehoefte er de komende beleidsperiode op het landgoed is en welke besparingen in deze periode kunnen worden gerealiseerd middels een meerjaren-energieplan. Daartoe wordt een 0-meting gemaakt op basis waarvan de ambities worden vastgesteld waarbij – bijvoorbeeld – elk landbouwbedrijf zijn eigen energie opwekt, wellicht ook voor een of meerdere nabijgelegen woningen. 

De stichting is niet voor windmolens op of in het (directe) zicht van het landgoed. Met name de zichtassen zullen moeten worden veiliggesteld. De stichting zal in overleg met de overheden (RES) onderzoeken of kan worden meegewerkt aan alternatieve vormen van energieopwekking. De voorkeur gaat daarbij uit naar zonne-energie.

Wonen en recreatie

Wonen en recreatie op het landgoed is zeer gewild. Om dat te bevorderen onderzoekt de stichting mogelijkheden om op het landgoed een aantal nieuwe woningen te realiseren (ook voor senioren).

De stichting wil recreatie bevorderen die past bij het kleinschalige kwetsbare karakter van het landgoed en zijn omgeving. Het Parkbos, Huis, Reigerbos en omloop zullen vanwege het kwetsbare karakter beperkt toegankelijk blijven. Onderzocht zal worden welke mogelijkheid er zijn voor een of meerdere wandelroutes op en rond het landgoed.